NLP (Neuro-Linguïstisch Programmeren) is ontstaan in het begin van de jaren ’70 als een nieuwe vorm van therapeutisch handelen en optreden. NLP is voor een groot deel ontstaan uit het systeemdenken. Maar het heeft nog een andere belangrijkere bron: de intensieve bestudering van therapieën zoals de Gestalttherapie van Frits Perls, de gezinstherapie van Virginia Satir en anderen. De bedoeling van die studie was om na te gaan hoe het komt dat deze therapiemethodes werken.
De vraag was: hoe komt het dat een goede therapeut effect heeft en een ander niet? Wat doet hij/zij precies? Men wilde dat te weten komen om later op dezelfde manier therapie te kunnen geven, zonder iets aan het toeval over te laten. Dat idee is vruchtbaarder gebleken dan aanvankelijk werd verwacht. Want uit die studie is een heel systeem ontstaan dat ons helpt van anderen te leren. Het helpt ons een vaardigheid die iemand anders heeft ontwikkeld over te nemen en zelf even vaardig te worden op ons eigen terrein. Men heeft dit modelleren genoemd.
Zo werd in de psychotherapie hetzelfde principe ingevoerd dat we ook hanteren in bijvoorbeeld kunstopleidingen. Waar ga je in de leer om viool te leren spelen? Bij degene die het kan. En als je zeer goed viool wilt spelen ga je naar een topviolist. Als je zeer goed wilt leren schilderen, ga je in de leer bij de beste schilder van je tijd. Hij is de enige die het je kan leren. Elders leer je hoe je middelmatig kunt blijven.
We leren excellentie. Dit is excellent functioneren, aan de hand van de voorbeelden van anderen. NLP geeft ons aan hoe we dat kunnen doen. En NLP zelf is een systeem dat we geleerd hebben van mensen die heel goed konden leren van anderen