NLP-ers gaan er van uit dat alle kennis via de zintuigen naar binnen komt. Mensen maken een model van de wereld dat is opgebouwd uit de innerlijke weergaven van zintuiglijke indrukken. Sommige mensen zijn vooral visueel (zien) ingesteld en zien allerlei details, terwijl anderen voornamelijk grote lijnen zien. Auditieve mensen horen een veelheid aan verschillende geluiden en kinesthetische (gevoels)mensen voelen vooral de atmosfeer, de temperatuur en het materiaal waar ze op zitten.

We hebben een voorkeur in zintuiglijke waarneming; dat is aan mensen te horen; vier mensen die samen door het bos lopen en zeggen:

  • Visueel: Ik zie het hier helemaal zitten, kijk toch eens naar die mooie herfstkleuren. Het is zo’n kleurrijk geheel.
  • Auditief: Prachtig, de geluiden die je hier hoort, ik vraag me af waar ze vandaan komen. ze klinken zo harmonieus
  • Kinesthetisch: In het bos voel ik me meteen thuis, alle spanning valt van me af. Het geeft mij een vertrouwd en warm gevoel.
  • Auditief Digitaal: In het bos denk ik steeds weer terug aan vroeger. Naar mijn idee komt doordat ik goede herinneringen aan vroeger heb.

Favoriete zintuigen

Auditief (horen) Auditieve mensen bewegen hun ogen veelal zijwaarts en ademen vanuit het midden van hun borst. Ze spreken veel tegen zichzelf (soms bewegen ze hun lippen mee wanneer ze tegen zichzelf praten) en zij snel afgeleid door geluiden. Ze kunnen woorden vaak letterlijk terug vertellen zoals ze die gehoord hebben. Ze leren door te luisteren, houden van muziek en telefoongesprekken. Auditieve mensen bewegen minder snel en opvallend dan visuele mensen. Ze horen graag of ze het goed doen en krijgen graag verbale respons (woorden en geluiden): “wat vind je ervan …?Auditief digitaal (denken) Met digitaal wordt bedoeld: innerlijke dialoog. Deze mensen spreken veel tegen zichzelf. Het verschil met auditief (horen) en digitaal (denken) zit vooral in de interne manier van waarnemen. Auditieve mensen horen vooral wat anderen tegen hen zeggen en wat ze zelf gezegd hebben. Auditief digitale personen voeren gesprekken met zichzelf over wat ze waarnemen en daarvan vinden. Dialoog bestaat vooral uit innerlijk commentaar geven over dat genen wat er gebeurt. Digitale personen maken gebruik van elementen uit andere systemen. Ze willen weten of dat gene wat ze waarnemen “logisch is”.

Woorden die een visueel (zien) iemand veel gebruikt:

  • Aan het taal gebruik kunnen je horen hoe iemand op een interne manier waarneemt. Elk zintuigsysteem heeft een voorkeur voor bepaalde woorden. Natuur zijn er ook mensen die geen voorkeur hebben voor een specifiek zintuigsysteem. Ook is het ene zintuigsyteem niet beter of slechter dan een ander zintuigsysteem.
  • Kinesthetisch (voelen) Mensen die kinesthetische zijn, ademen veel al diep: wat te zien is aan het op en neer gaan van hun buik. Ze lopen vaak langzaam met geleidelijke bewegingen en praten ook heel langzaam. Ze reageren op een fysieke manier, door mensen aan te raken en voelen andere mensen aan. Ze staan dichter bij andere mensen dan visuele mensen. Kinesthetische mensen hoeven niet altijd te praten om andere mensen te begrijpen, ze voelen of iets goed zit. Ze weten of iets goed is. Wanneer het goed VOELT. Ze herinneren dingen door er nog eens doorheen te lopen, ze kunnen ervaringen fysiek opnieuw beleven.
  • Visueel (zien) Mensen met een sterk visueel representatiesysteem staan of zitten met hun hoofd rechtop/omhoog en met hun ogen naar boven. Visuele mensen bewegen met snelle, krachtige bewegingen, lopen meestal snel, met hun hoofd omhoog. Ze ademen veel al over de toppen van hun longen. Op een stoel zitten ze meestal naar voren of op het puntje van de stoel. Ze vinden herinnering door beelden te zien en zijn minder gericht op geluiden en woorden. Ze hebben moeite met verbale instructie aangezien hun gedachten met beelden aan de haal kunnen gaan. Visuele mensen willen graag weten hoe zaken eruit zien.
  • Naast visueel (zien), auditief (horen) en kinesthetisch (voelen) kennen we mensen die als voorkeur auditief digitaal (denken) hebben, ook wel “interne dialoog” genoemd. Zij spreken vooral in zichzelf, hebben een sterke innerlijke dialoog in plaats van beelden, geluiden of gevoelens. Auditief digitaal staat voor woorden (tegen zichzelf spreken) en auditief tonaal voor geluiden (horen).
helder ophelderen schitterend uitblinken duidelijk zichtbaar uitzicht inzicht gezichtspunt glansrijk zwart-wit aftekenen horizon beeld opvullen weerspiegelen perspectief visie vertekenen dof schakeling intensiteit contrast duidelijkheid achtergrond voorgrond verbeelding kijken duister plaatje uitstraling ogen oriëntatie plaatsing transparant afmeting Illustreren afbeelding uitkijken observeren reflecteren kleurrijk pronken nuancering dichtheid beelden kleur achtergrond

Woorden die een Auditief (horen) iemand veel gebruikt